Categorieën
Toont alle 2 resultaten

Wat is imitatiebont precies?
De basis van imitatiebont is de synthetische pool die de ‘vacht’ vormt, bevestigd aan een vaak stevige ondergrond. De kwaliteit kan sterk verschillen, van eenvoudige teddy-achtige stoffen tot zeer realistische imitaties met variatie in haarlengte en kleur. Belangrijke kenmerken zijn de poolhoogte (hoe lang de haren zijn) en de dichtheid ervan. Goed imitatiebont voelt zacht aan, verliest niet overmatig veel haren en heeft een soepele onderlaag die redelijk te verwerken is. Het is een diervriendelijk alternatief dat steeds populairder wordt.
Verschillende soorten en texturen
De variatie in imitatiebont is enorm. Je hebt kortpolig nepbont dat lijkt op fluweel of pluche, ideaal voor details of knuffels. Langpolig imitatiebont bootst vossen- of konijnenbont na en is prachtig voor kragen, manchetten of kussens. Er is ’teddy’ stof met een gekrulde pool, vaak gebruikt voor jassen en speelgoed. Daarnaast zijn er fantasiebontsoorten in felle kleuren of met speciale effecten. Deze diversiteit maakt het mogelijk om precies de juiste look en feel voor jouw specifieke project te vinden, of het nu realistisch of juist uitbundig moet zijn.
Toepassingen: van mode tot knuffels
Imitatiebont wordt veel gebruikt als accent in kleding, zoals op kragen van jassen, capuchonranden, manchetten of als voering voor extra warmte. Het is perfect voor het maken van kostuums, denk aan carnavalskleding of theateroutfits. In het interieur zie je het terug in kussens, plaids of zelfs als bekleding voor kleine meubelstukken. Uiteraard is het een favoriet materiaal voor het maken van zachte, aaibare knuffeldieren en speelgoed. Ook voor kleinere projecten zoals sleutelhangers of het versieren van tassen is het zeer geschikt.
Tips voor het werken met imitatiebont
Werken met imitatiebont vraagt wat extra aandacht. Knip de stof altijd vanaf de achterkant (de onderlaag) met een scherp (hobby)mes of een schaar met fijne punt, en probeer alleen de onderlaag te knippen om de pool zo min mogelijk te beschadigen. Houd rekening met de vleug (de richting waarin de haren liggen) en knip alle patroondelen in dezelfde richting. Gebruik veel spelden of stofklemmen om verschuiven tijdens het naaien te voorkomen. Een boventransportvoet op de naaimachine kan helpen. Naai met een wat grotere steek en gebruik een stevige naald. Wees voorbereid op wat extra ‘pluis’ tijdens het verwerken!